Bestemming: Hongarije

Geschiedenis

De moderne geschiedenis van Hongarije begon in de negende eeuw met het grote Magyaarse krijger, Árpád, die na zich in het Karpatenbekken te hebben gevestigd, de mensen van het heidendom naar het christendom leidde. In 1000 werd met de kroning van de eerste koning, de heilige Stefanus, het land een koninkrijk. De driehonderdjarige regering van het Huis van Árpád en het daaropvolgende Huis van Anjou leidde tot expansie – richting Polen en Dalmatië – en was een periode van grote bloei in de kunst en architectuur. Tussen 1526-1867 werd het Koninkrijk Hongarije van de Habsburgers afhankelijk. In 1686 werden de Ottomanen gedwongen te vertrekken en werd het land herenigd. Op dat moment woonden er verschillende volkeren samen in Homgarije. Naast Hongaren waren er ook de voorouders van moderne Slowaken, Serviërs en Roemenen.

In 1703 leidde Francis II Rákóczi, een Hongaarse edelman, een soort revolutie tegen de Habsburgers. Zijn revolutie mislukte echter in 1711 en hij ging in ballingschap. In 1848 vond de “Hongaarse Revolutie” plaats: de inwoners vochten hard voor hun vrijheid, maar in 1849 eindigde de rellen met de overwinning van de Habsburgers en de executie van de leiders van de revolutie.

In 1867 tekenden de twee belangrijkste Habsburgse gebieden, Oostenrijk en Hongarije, een verdrag waarmee de Oostenrijks-Hongaarse monarchie werd opgericht. Deze overeenkomst zorgde voor een steeds grotere economische groei.

In 1918, na de nederlaag in de Eerste Wereldoorlog, werd het koninkrijk afgeschaft en werd het land een republiek. Echter al snel kregen de communisten de macht (1919).

Na de val van nazi-Duitsland bezetten de Sovjet-troepen het land. Hongarije kwam geleidelijk onder de controle van de Sovjet-Unie. In 1991 eindigde de Sovjet-militaire aanwezigheid in Hongarije en begon de overgang naar een vrije markteconomie. Tegenwoordig is Hongarije een democratische republiek, een vrij land dat glimlachend een dynamisch imago combineert met een nostalgie naar het verleden. In dit postcommunistische tijdperk van snelle veranderingen vindt de bezoeker er toch nog een vleugje van de oude tradities en gebruiken, zoals het kussen van handen en het uitreiken van bloemen.

Tegenwoordig beleeft het moderne Hongarije een nieuwe Renaissance periode.

Territorium

Hongarije grenst aan Slowakije in het noorden, Oekraïne en Roemenië in het oosten, Servië, Kroatisch en Slovenië in het zuiden en Oostenrijk in het westen. Het grootste deel van zijn grondgebied bestaat uit vlaktes en bergen van gemiddelde hoogte. De Donau doorkruist 417 km van Hongaars grondgebied en is natuurlijk de belangrijkste rivier. Het vormt de grens met Slowakije in het noordwesten en stroomt vervolgens naar het zuiden. Duna en Tisza zijn de andere twee grote rivieren van Hongarije. Het Hongaarse Balatonmeer is het grootste meer van Centraal-Europa. De natuurlijke hulpbronnen van het land omvatten landbouwgronden, rivieren en meren, maar ook de artesische en vele thermale bronnen. Hongarije is grotendeels een vlak land met zijn Grote Hongaarse Laagvlakte (Alföld) ten oosten van de Donau; in het noorden en westen vinden we echter heuvels en lage bergen. In het noordwesten vinden we de Transdanubisch middelgebergte. In het noordoosten hebben we de Noord-Hongaarse bergruggen, waar zich de hoogste top van Hongarije bevindt, de berg Kékes met een hoogte van 1.014 meter

Klimaat

Hongarije heeft een gematigd landklimaat, met koude winters en warme zomers. De lente en herfst zijn mild, maar vooral in de lente zijn er regelmatig grotere temperatuurschommelingen.

Neerslag is niet overvloedig, maar goed verdeeld over het jaar. Tijdens de winter valt er vrij frequent regen, vaak in de vorm van sneeuw. De klimatologische verschillen tussen de verschillende regio’s zijn klein, hoewel het landklimaat sterker aanwezig is in de oostelijke steden (zie Miskolc, Debrecen), terwijl in het zuiden (Pécs, Szeged) de winter iets minder koud is.

Aan de oevers van het Balatonmeer, dat groot maar niet diep is, is het weer in de winter meestal wat milder, terwijl in de zomer de wind de hitte verzacht.

De keuken en lokale producten  

De Hongaarse gastronomie is diep geworteld in een oude boeren kookkunst: uien, paprika en zure room zijn de dominante smaken.

Varkensvlees is het meest gebruikte vlees; rode paprika (Turkse peper), spek en worst worden veel gebruikt in Hongaarse gerechten. Hongaren houden ook van slachtafval, waaronder pens, nier, merg of de populaire bloedworst, in het Hongaars hurka genoemd. Andere soorten vlees zijn kip en rundvlees. Meest gebruikte producten zijn: Mangalica-varkensvlees, grijs vee, zoute karper van Akasztó, gans en sterlet om alleen de meest voorkomende te noemen. Vlees wordt meestal geserveerd als stoofpot (pörkölt genaamd), gebakken als schnitzel of bereid als paprikás (een romige stoofpot).

Een andere erfenis van de boerenkeuken zijn pastagerechten gemaakt met kwark en zure room die uit de Slavische keuken komen. Er is nauwelijks een gerecht zonder een klodder zure room, en de meeste sauzen worden hier ook mee gemaakt. Soep is een essentieel onderdeel van elke lunch. Veel gebruikte groenten zijn kool, groene paprika’s, tomaten en bonen. Wie kent niet de heerlijk goulash soep.

Als we het over de keuken hebben, moeten we ook het maanzaad noemen, dat Hongaren niet alleen gebruiken om gebak te versieren, maar, gemengd met poedersuiker, ook als een zoete pasta-topping of als vulling voor tal van cakes. Er zijn veel Hongaarse specialiteiten onder de zoete lekkernijen: Dobos-cake, Esterházy-cake, Gerbeaud-cake, Rigó Jancsi, Rákóczi cottage cheese cake, Somlói-biscuitgebak, Gundel-pannenkoeken, meringue-sneeuwballen (madártej), gouden walnootballetjes (aranygaluska), maanzaadbroodpudding ( mákosguba), schoorsteencake en dan de pompoen-papaver, appel- of zoete kaasstrudel. De Hongaarse gastronomie verandert echter voortdurend en bewaart niet alleen het verleden, maar actualiseert het ook. Waar je ook bent in het land, het zal ook een geweldig eet- en wijnavontuur zijn.

Bon appétit!

Bezienswaardigheden

Onder de toeristische attracties van Hongarije is de pittoreske, verbazingwekkende stad Boedapest de belangrijkste en vaak de enige bestemming voor de meeste toeristen, die Hongarije bezoeken. Het is één van de meest fascinerende Europese steden, met talrijke monumenten en paleizen, cafés en vooral een levendige artistieke en muzikale sfeer. Het prachtig Boedapest, inclusief de oevers van de Donau, de Buda Castle Quarter en Andrássy Avenue, is een Unesco-werelderfgoed.

Ook het Balatonmeer, de Hongaarse zee, trekt veel toeristen met zijn kuuroorden en badplaatsen en is in de zomer een zeer populaire bestemming. Een bezoek waard zijn de middeleeuwse en barokke steden van de Hongaarse vlakten zoals Sopron, Pécs, Győr en Eger.

Fascinerend zijn de sprookjeskastelen van Fertőd, bekend als het Versailles van Hongarije, de kastelen van Siklós en van Sárospatak. Andere toeristische bestemmingen zijn de rustieke dorpen van de Hongaarse vlakte in de regio Mezőkövesd. Hongarije heeft nog enkele andere prachtige UNESCO-werelderfgoedsites zoals het dorp Hollókö bij Nógrád, het karstgebied aan de noordoostelijke grens met Slowakije met de Aggtelek-grotten, het pastorale landschap van de Poesta in het Hortobágy National Park en de benedictijnenabdij van Pannonhalma met zijn natuur omgeving.

Andere plaatsen die een reis waard zijn, zijn de ontspannende kuuroorden Hévíz, Gárdony, Balatonfüred, Zsóry. Ten slotte wordt het birdwatching steeds aantrekkelijker in Hongarije en zijn er enkele van de uitstekende gebieden om vogels te kijken.